De aandelenbeurzen staan hoger dan ooit, maar in hoeverre is er daadwerkelijk sprake van waardestijging?
De Dow Jones-index sloot vorige maand voor het eerst boven de 40.000 punten. Een mijlpaal! En ook de S&P 500 bereikte nieuwe records, ruim boven de 5.000 punten (met dank aan NVIDIA, maar goed). Zelfs onze eigen AEX staat op een all-time high. Afgezien van een korte dip in 2022 (vanwege de oorlog in Oekraïne) hebben aandelen de afgelopen zes jaar een spectaculaire rally achter de rug. Vanaf het dieptepunt van de coronacrisis in het voorjaar van 2020 zijn beide aandelenindices meer dan verdubbeld. In dollars gemeten…
Kijken we met een ander perspectief naar de aandelenkoersen, bijvoorbeeld het aantal punten gedeeld door het aantal dollars per gram goud, dan krijgen we een ander beeld. In goud gemeten bewoog de aandelenmarkt de laatste zes jaar namelijk zijwaarts.
Amerikaanse aandelen bereikten hun hoogtepunt in 1999 en bevinden zich sinds 2001 duidelijk in een bearmarkt. Althans, gemeten in goud. Van een hoogtepunt van 168 gram zijn ze gedaald naar een niveau van 20-25 gram, een daling van maar liefst 85%. Op dit moment is de status zo’n 70 gram, nog steeds een ruime halvering vergeleken met begin 2000.
Ondanks dat er in de grafiek geen rekening is gehouden met dividend (wat een marginale verandering zou zijn), kunnen we er opvallende conclusies uit trekken. Zijn aandelen meer waard geworden? Of zijn aandelen én goud tegelijkertijd en in dezelfde mate meer waard geworden? Of is er iets anders aan de hand? Namelijk dat de waarde van het geld is gedaald en dat je vandaag de dag twee keer zoveel dollars nodig hebt om dezelfde hoeveelheid aandelen of goud te kopen als zes jaar geleden?
Wij denken het laatste, vooral omdat er ook veel andere zaken snel zijn gestegen in ‘waarde’. Denk aan huizen, energieprijzen, boodschappen, etc.
Een ander voorbeeld wat je vaak hoort, is dat je voor een gram goud in de tachtiger jaren evenveel olie kon kopen als tegenwoordig. We hebben de grafiek er even bij gepakt en op zich klopt dat.
Sterker nog, olie is tegenwoordig met 1,5 gram (per vat) goedkoper dan begin jaren vijftig. Al blijft de waarde op zich redelijk stabiel. Maar als we de prijs in Amerikaanse dollars gebruiken, dan krijgen we een heel ander beeld. Gedurende een groot deel van de jaren vijftig lag de prijs voor olie die vanuit het Midden-Oosten werd verscheept namelijk tussen de 1,75 en 2,20 dollar per vat. Tegenwoordig kost dit zo’n 80 dollar. Dat is grofweg 40 keer duurder!
Overigens gaan er natuurlijk al langere tijd ‘geruchten’ dat China en Rusland (of de BRICS) bezig zijn met een nieuwe valuta, die gedekt is door goud. Daarnaast is er de afgelopen paar weken veel gedoe over mogelijke veranderingen in het petrodollarsysteem. Deze veranderingen zouden zelfs volgende week al kunnen plaatsvinden, rond de 50e verjaardag van de Amerikaans-Saoedische deal. Het lijkt dan wel erg toevallig dat de goud-olieverhouding afgelopen week is gedaald naar 1 gram goud voor 1 vat olie. Stel dat goud opnieuw wordt geïntroduceerd als prijsmechanisme voor olie (in tegenstelling tot de Amerikaanse dollar), dan is dit potentieel een belangrijke mijlpaal.