Vorige maand vielen verschillende Amerikaanse banken om en moest ook het Zwitserse Credit Suisse gered worden. Dat roept de vraag op of ons geld nog wel veilig is bij de bank.
Over het algemeen wel, zolang het gaat om kleine banken, of kleine tegoeden. Want dan hebben we het depositogarantiestelsel. Hieronder lichten we dat toe, inclusief een aantal voorbeelden.
Wat is het depositogarantiestelsel?
Het depositogarantiestelsel (DGS) bepaalt wat er met je geld gebeurt als je bank failliet gaat. Als een bank met een vergunning van De Nederlandsche Bank (DNB) failliet gaat, dan garandeert DNB per rekeninghouder maximaal een ton (100.000 euro). Alle banken die in Nederland een vergunning van De Nederlandsche Bank (DNB) hebben, vallen dus onder het Nederlandse depositogarantiestelsel. Dit geldt ook voor buitenlandse banken met een zetel in Nederland. Bijkantoren van Nederlandse banken die in een andere lidstaat van de Europese Unie zijn gevestigd, vallen ook onder het depositogarantiestelsel van DNB. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de Spaanse tak van ING.
In reactie op de financiële crisis van 2008 werd besloten het depositogarantiestelsel te versterken en te voorzien van kapitaaldekking. De Nederlandsche Bank heeft daarvoor een nieuw depositogarantiefonds in het leven geroepen, een aparte juridische entiteit die in de uitvoering van haar taak wordt ondersteund door De Nederlandsche Bank.
Bij banken die volledig onder het Nederlandse garantiestelsel vallen, krijg je binnen maximaal 10 werkdagen je geld terug (sinds 2021). Deze wettelijke uitkeringstermijn wordt de komende jaren verder teruggebracht tot 7 werkdagen (2024).
Waar komt dat geld vandaan?
In overeenstemming met de Europese richtlijn moet het depositogarantiefonds in juli 2024 een omvang hebben bereikt van 0,8% van ALLE tegoeden van ALLE Nederlandse banken die onder het depositogarantiestelsel vallen. Om dat doel te bereiken dragen banken sinds 2016 ieder kwartaal een premie af aan het garantiefonds. Volgens het laatste jaarverslag van het Depositogarantiefonds zat er eind 2021 ongeveer 3,3 miljard euro aan vermogen in dit fonds.
Een groot deel van de tegoeden is dus helemaal niet gegarandeerd. Nou zijn er ook bedrijven/personen die meer dan een ton op de rekening hebben, maar dan nog. Het garantiefonds is sowieso te klein om alle spaarders bij een grote bank te compenseren. Bij een kleine bank lukt het nog, maar bij de grote Nederlandse banken is dit een serieus probleem. Vandaar dat de overheid er alles aan zal doen om grote banken te redden.
Zijn er voorbeelden dat spaartegoeden zijn vergoed? Jazeker! Denk aan Van der Hoop Bankiers, Icesave, de DSB Bank en de Amsterdam Trade Bank (ATB).
Icesave
De reden dat mensen hun geld bij een andere bank parkeren is vaak vanwege een hogere spaarrente. Ook in dit geval. Icesave begon in mei 2008 in Nederland met aantrekkelijke spaarrentes. Via internetspaarrekeningen brachten meer dan 100.000 Nederlanders in totaal miljarden euro’s onder bij de bank. Nog geen half jaar later kon de Icesave zijn verplichtingen niet meer nakomen en nationaliseerde IJsland de bank.
Alles bij elkaar is destijds 1.635 miljoen euro aan rekeninghouders van Icesave uitgekeerd. Hiervan namen de Nederlandse banken 208 miljoen euro voor hun rekening en de Nederlandse Staat de rest (1.428 miljoen euro). In 2014 werd bekend dat al het geld wat de Staat had voorgeschoten weer terug was.
DSB Bank
DSB viel in 2009 om nadat financieel activist Pieter Lakeman spaarders had opgeroepen tot een bankrun, die daar massaal gehoor aan gaven. Het aantal opzeggingen kwam nog eens in een stroomversnelling nadat bekend werd dat De Nederlandsche Bank (DNB) de rechter had gevraagd het bewind over de DSB Bank te mogen overnemen.
Bij de afwikkeling van het bankroet zijn in principe alle schuldeisers vergoed. Andere Nederlandse banken moesten na het faillissement van DSB helpen om gedupeerde spaarders met tegoeden tot 100.000 euro snel te compenseren. Zo werden deze banken de grootste schuldeisers bij de afwikkeling van het faillissement.
ATB Bank
ATB vroeg op 22 april 2022 zelf faillissement aan, omdat het als dochter van de Russische Alfa Bank in de problemen was gekomen door westerse sancties. ATB was een van de vele buitenlandse banken die spaarrekeningen aanbood op de Nederlandse markt, en dus ook onder ons depositogarantiestelsel vielen. De reden dat spaarders voor ATB kozen was wederom de rente die net wat gunstiger was dan die van sommige Nederlandse partijen.
Volgens DNB had de bank 23.000 particuliere rekeninghouders, van wie er bijna 6.000 in Duitsland wonen. Banktegoeden van rekeninghouders bij ATB waren ook hier tot een bedrag van 100.000 euro beschermd. In totaal hebben de klanten via het garantiestelsel zo’n 700 miljoen euro ontvangen.
0 Comments