Vorige week kondigde de Europese Centrale Bank (ECB) aan de depositorente voor de zevende keer sinds juni 2024 te verlagen, ditmaal met 0,25 procentpunt naar 2,25%. Deze stap, hoewel verwacht door markten, roept serieuze vragen op over de strategie van de ECB en de langetermijngevolgen voor de eurozone. Hoewel de ECB claimt dat de verlaging nodig is om de economie te stimuleren te midden van afzwakkende groei en geopolitieke spanningen, zoals de handelsoorlog met de Verenigde Staten, is het de vraag of dit beleid niet meer problemen creëert dan het oplost.
Een korte terugblik
De ECB begon haar renteverlagingscyclus in juni 2024, na een periode van agressieve verhogingen om de hoge inflatie van 2022 en 2023 (met een piek van 10,6% in oktober 2022) te beteugelen. Nu de inflatie in de eurozone (niet in Nederland!) is gedaald naar 2,4% in februari 2025, dicht bij het ECB-doel van 2%, lijkt de centrale bank haar focus te verleggen naar het stimuleren van economische groei. De recente verlaging wordt gerechtvaardigd door zorgen over een zwakke economie, geopolitieke onzekerheden en de impact van Amerikaanse handelstarieven onder president Trump. Echter, de timing en het tempo van deze verlagingen roepen twijfels op over de effectiviteit en de onderliggende motieven.
Reden 1: Ondermijning van spaarders en pensioenen
Een directe consequentie van de renteverlaging is de verdere daling van spaarrentes. Banken zoals ING hebben al aangekondigd hun lage spaarrente nog verder te verlagen naar 1,25%, terwijl prijsvechters ook hun tarieven zien dalen. Voor spaarders, met name in landen zoals Nederland waar sparen een belangrijke pijler van financiële planning is, betekent dit een reëel verlies aan koopkracht, vooral als de inflatie boven de spaarrente blijft. Dit beleid treft ook pensioenfondsen, die afhankelijk zijn van stabiele rendementen op veilige beleggingen zoals obligaties. Lagere rentes dwingen fondsen tot riskantere investeringen, wat de financiële zekerheid van gepensioneerden in gevaar kan brengen. De ECB lijkt hiermee de belangen van spaarders en toekomstige generaties te negeren ten gunste van kortetermijnstimulering.
Reden 2: Inflatiegevaar in een onvoorspelbare wereld
Hoewel de ECB stelt dat de inflatie onder controle is, introduceert de renteverlaging nieuwe risico’s. De handelsoorlog, met Amerikaanse importtarieven van 20% op EU-goederen, kan de prijzen van geïmporteerde goederen opdrijven, wat inflatoire druk creëert. Daarnaast blijven loonstijgingen in de eurozone hoog, wat de diensteninflatie kan aanjagen. ECB-president Christine Lagarde erkende deze risico’s, maar haar vage belofte om “waakzaam” te blijven biedt weinig vertrouwen. Als de inflatie opnieuw oploopt, kan de ECB gedwongen worden tot abrupte renteverhogingen, wat de economische stabiliteit verder zou ondermijnen. Dit scenario roept herinneringen op aan de jaren ’70, toen centrale banken te lang aarzelden om inflatie aan te pakken, met desastreuze gevolgen.
Reden 3: Stimulering met beperkte impact
De ECB rechtvaardigt de renteverlaging als een middel om investeringen en consumptie aan te jagen. Echter, de effectiviteit van dit instrument is twijfelachtig in de huidige context. Bedrijven en huishoudens in de eurozone worden geconfronteerd met onzekerheid door geopolitieke spanningen, politieke instabiliteit (bijvoorbeeld in Frankrijk en Duitsland), en een mogelijke recessie. In zo’n klimaat zijn lagere leenkosten niet voldoende om investeringen te stimuleren; bedrijven wachten vaak op duidelijkheid voordat ze grote uitgaven doen. Bovendien heeft de ECB zelf toegegeven dat de kredietverlening slechts marginaal toeneemt, wat suggereert dat eerdere verlagingen al beperkt effect hebben gehad. Dit roept de vraag op of de ECB niet simpelweg “op de automatische piloot” handelt, zonder een duidelijke strategie voor de unieke uitdagingen van 2025.
Reden 4: Divergentie met de Federal Reserve
Een ander zorgwekkend aspect is de toenemende kloof tussen het beleid van de ECB en de Amerikaanse Federal Reserve (Fed). Terwijl de ECB de rente blijft verlagen, heeft de Fed in 2025 geen verdere verlagingen doorgevoerd na twee in 2024. Deze divergentie versterkt de dollar ten opzichte van de euro, wat de importkosten in de eurozone verhoogt en de inflatie kan aanwakkeren. President Trump zet inmiddels veel druk op de Fed om de rente te verlagen, dit brengt de ECB potentieel in een lastig parket. Als de Fed uiteindelijk toegeeft, kan dit de mondiale renteverwachtingen verstoren, waardoor de ECB’s beleid nog minder effectief wordt. Deze afhankelijkheid van externe factoren onderstreept de beperkte controle die de ECB heeft over de economische dynamiek.
Reden 5: Structurele zwaktes worden genegeerd
Wellicht het meest fundamentele kritiekpunt is dat de ECB met haar renteverlagingen structurele problemen in de eurozone maskeert in plaats van aanpakt. De economische groei in de eurozone blijft zwak (0,9% verwacht voor 2025, volgens DWS), met grote verschillen tussen landen zoals Duitsland (worstelend met industriële krimp) en Nederland (waar inflatie oploopt). Een lagere rente kan tijdelijk verlichting bieden, maar lost problemen zoals lage productiviteit, vergrijzing, en afhankelijkheid van export niet op. Door de rente steeds verder te verlagen, riskeert de ECB een situatie waarin monetair beleid zijn effectiviteit verliest, terwijl overheden worden ontmoedigd om noodzakelijke hervormingen door te voeren.
Conclusie: Een kortetermijnfix met langetermijnrisico’s
De renteverlaging van de ECB op 17 april 2025 lijkt een reflexmatige reactie op economische zwakte, maar mist een overtuigende langetermijnvisie. Hoewel de centrale bank hoopt de economie te stimuleren, negeert ze de negatieve impact op spaarders, het risico van heroplevende inflatie, en de beperkte effectiviteit van monetaire stimulering in een onzekere wereld. Door structurele problemen te verdoezelen en te leunen op een one-size-fits-all aanpak, speelt de ECB een riskant spel. In plaats van verdere verlagingen zou de ECB moeten pleiten voor gerichte fiscale maatregelen en hervormingen in de eurozone, terwijl ze haar onafhankelijkheid verdedigt tegen externe druk. Zonder een koerswijziging dreigt de ECB de eurozone in een cyclus van lage groei, inflatieonzekerheid, en financiële kwetsbaarheid te storten.
Afbeelding: © European Union 2017 – European Central Bank
0 Comments